250 Vlaamse meesters (m/v) verzameld

15 jaar proflandria

Vorige week donderdag vierde Pro Flandria – netwerk van Vlaamse ondernemers en academici – in gepaste stijl zijn 15e verjaardag.

Met z’n 250 waren ze, keurige dames en heren, ondernemers, opiniemakers en academici, op de viering van 15 jaar Pro Flandria. Velen moesten geweigerd worden; de Warande in Brussel kon niet meer mensen onderdak verlenen. Katja Borgerhoff, gedelegeerd bestuurder van De Warande, waar het lustrumfeest plaatsvond, en Doorbraak-medewerker Karl Drabbe verwelkomden de aanwezigen in de Vlaamse hoofdstad, allebei hamerend op de twee-eenheid van een ondernemersvriendelijk Vlaanderen en Vlaamse onafhankelijkheid.

Hoofdmoot was uiteraard voor een tevreden voorzitter. Kurt Moons nam vijf jaar terug de scepter over en zorgde voor een nieuwe dynamiek voor het nogal elitaire genootschap dat Pro Flandria is. Doorbraak schetste vier jaar terug een portret van ondernemer Moons als gentleman-entrepreneur: ‘vriendelijk, voorkomend, voornaam, ondernemend en met een hart voor de gemeenschap waarvoor hij zijn verantwoordelijkheid opneemt’. En dat gold zeker ook voor alle aanwezigen.

Lobby en loge

Kurt Moons
Kurt Moons

Moons blikte terug op de werking van 15 jaar Pro Flandria, opgericht op 16 december 2000 in Aalst. ‘Vanuit een oprechte bekommernis voor een democratische besluitvorming ten voordele van de Vlaamse welvaart, hadden de stichters de idee opgevat om een netwerk op te richten, genaamd Pro Flandria, met een aantal zeer specifieke doelstellingen’. Dat zijn ‘ondernemerschap, autonomie en normen en waarden’.

De Pro Flandria-voorzitter stelde zichzelf een grote uitdaging tot doel: ‘vanuit de overtuiging dat slechts met actief ondernemerschap vooruitgang geboekt kan worden, kunnen we via het herstel van onze traditionele normen en waarden, gestalte geven aan onze eigen individuele autonomie en persoonlijkheid maar tevens aan die van ons volk : de Vlamingen.’

Daarbij werkt Pro Flandria bij voorkeur in de luwte en de schaduw. Slechts zelden is er een open vergadering of een persmededeling. Vergaderingen zijn besloten, op basis van Chatham House Rules, en Pro Flandria verkiest lobbywerk boven ronkende verklaringen. Er wordt bovendien niet publiek gemaakt wie de leden zijn, noch de bestuursleden. Moons: ‘Dat het lidmaatschap van ons netwerk nog steeds uit noodzaak geheim blijft, duidt op het onwaarschijnlijke maar daadwerkelijke tegenwerk van het Belgische establishment dat elk oprecht Vlaams nationaal gevoel tracht weg te zetten als gevaarlijk en zelfs racistisch en niet-solidair.’ Niet elke academicus of ondernemer durft immers zijn nek uitsteken. Pro Flandria verzekert broodnodige anonimiteit, al is dat net ook de zwakte. Wie op 17 november de moeite deed om namen te noteren, kwam tot een indrukwekkende lijst –minstens geïnteresseerden – uit: prof. Erik Buyst, Jef Roos, Peter Dekeyzer, Ivan Van de Cloot, Remi Vermeiren, Jan Callebaut en vele anderen. Mochten die zich allen ook openlijk achter de uitgangspunten en doelstellingen van Pro Flandria scharen, zou de vereniging meteen aan kracht winnen.

Intellectueel vuurwerk

Na Moons’ toespraak was er ruimte voor een panelgesprek met vier prominente doeners en denkers uit Vlaanderen en drie buurlanden: psycholoog en cultuurfilosoof Tony Daniels (aka Theodore Dalrymple), topondernemer Bart Verhaeghe, de Nederlandse rechtsfilosoof Paul Cliteur en Vincent Reuter, de baas van de Union Wallon des Entreprises. Alle vier waren eerder aan bod gekomen als gastspreker voor Pro Flandria, en stonden model voor de circa honderd gastsprekers die Pro Flandria de voorbije vijftien jaar kende.

Jean-Pierre Rondas
Jean-Pierre Rondas

Het panelgesprek werd vlot aan mekaar gepraat door uomo universale Jean-Pierre Rondas en zorgde voor het nodige intellectuele vuurwerk en straffe uitspraken over Europa en zijn identiteit (‘de Europese Unie is een groot Joegoslavië’), Brexit (‘referenda in Europa worden a priori niet nageleefd’) en Schotse onafhankelijkheid (‘als je de Engelsen zou laten stemmen, heb je meteen een meerderheid voor Schotse onafhankelijkheid’). Verhaeghe sprak uiteraard over werken en ondernemen in Vlaanderen (‘slechts 27% van de mensen in dit land is aan het werk’ en ‘je moet wel gek zijn om nog te willen ondernemen in dit land’) en Wallonië – Vincent Reuter ontlook als een liberale lucifer in PS-land. Cliteur had het vooral over het recht op het gefnuikte recht op vrije meningsuiting van steeds meer politici – om Geert Wilders niet bij naam te noemen.

Apotheose

De apotheose was voor de minister-president weggelegd. Kurt Moons sprak de laudatio uit bij de uitreiking van de eerste ‘Nieuwe Vlaamse Meester’. Een nieuwe prijs die recent in het leven werd geroepen door Flanders Trust, en ‘meesterlijk vakmanschap uit Vlaanderen’ wil honoreren door verdienstelijke Vlamingen die Vlaanderen op cultureel of economisch vlak op de wereldkaart zetten – en dat op tien verschillende domeinen – in de bloemetjes wil zetten.

Koenraad Debackere
Koenraad Debackere

Geert Bourgeois overhandigde die eerste Vlaamse Meester aan ingenieur Koenraad Debackere, algemeen beheerder van de KU Leuven. Als prof doceert hij innovatieleer en innovatiemanagement, en is hij verantwoordelijk voor de R&D aan de KU Leuven, waaruit 110 spin-offs werden gerealiseerd. Die zorgden voor grote economische ontwikkeling en tewerkstelling, in Vlaanderen en ver daarbuiten, en voor heel wat vooruitgang, ‘de motor van groei en ontwikkeling’.

Bij zijn dankwoord kreeg prof. Debackere een krop in de keel toen hij al zijn medewerkers bedankte en vooral terugblikte op zijn recent overleden vader, prof. Michiel Debackere, die vele aanwezigen van de lustrumviering persoonlijk hebben gekend.

Pro Flandria noemt zichzelf een ‘netwerk’ van academici en ondernemers. De avond werd afgesloten met een netwerkmoment buiten categorie waar iets meer dan 250 mensen elkaar konden leren kennen, kennis en ervaring uitwisselen. De gemeenschappelijke band, een hart voor Vlaanderen en ondernemerschap, maakten het voor velen een onvergetelijke avond.
Katleen Van den Heuvel