Zondag 28 April 2024
Geachte dames en heren,
Beste Pro Flandria leden en sympathisanten,
Beste Vlaamse vrienden,
Beste Otto,
Men moet al van een andere planeet komen om te beweren dat alles prima loopt en het beste nog moet komen. De harde realiteit oogt anders. De feiten die aantonen dat dit land met zijn hopeloze structuren en systemen aan de rand van de afgrond staat kan men onder andere lezen in het boek van Sander Loones en Theo Francken “De Puinhopen van Vivaldi“ uitgegeven bij Doorbraak. Of hoe de federale regering Sinterklaas speelde met geld en middelen die er niet zijn , geen enkele zinvolle hervorming kon doorvoeren, de sluiting van 5 van de 7 kerncentrales betonneerde en één van de grootste staatsschulden en begrotingstekorten in de EU opbouwde ondanks de zeer hoge belastingen op arbeid en op kapitaal. Wie nog wat verder in het verleden wil graven kunnen we het boek “Momentum – De ordelijke opdeling van België” van Gerolf Annemans aanbevelen; uitgegeven bij Egmont. Of hoe Vlaanderen de laatste decennia via 6 staatshervormingen werd overgeleverd aan de financiële eisen van de Franstalige partijen die in Vlaanderen niet verkozen worden maar toch bepalen hoe groot de geldstromen van Vlaanderen naar Wallonië zijn. En die daarenboven de staatsschuld compleet uit de hand lieten lopen. Dit alles is uiteraard enkel met de goedkeuring van Vlaamse partijen kunnen gebeuren. Een derde boek, het “Vlaams Manifest“ (VM) van Remi Vermeiren, dat door heel wat gezaghebbende personen mee werd onderschreven, pleit eveneens voor radicale hervormingen.
Wie even naar de boordtabellen van dit land kijkt begrijpt de noodzaak van een drastische aanpak en beseft dat er kostbare decennia verloren zijn gegaan.
- de Gewesten zijn amper bevoegd voor 20% van hun inkomsten. Van financiële responsabilisering is geen sprake.
- door bijzondere wetten en meerderheden kunnen 32 Franstaligen op 150 kamer leden elke fundamentele verandering blokkeren.
- volledig gescheiden partijen in Noord en Zuid leiden tot een groot democratisch deficit. Ook wie niet verkozen is bepaalt het beleid.
- de sociale zekerheidsuitgaven stegen de laatste 15 jaren van 100 tot 150 miljard euro. Een onhoudbare toestand.
- de Vlaamse overheid kost relatief slechts 50% van de Franstalige.
- de werkzaamheidsgraad in W is 65% , in VL 78 %.
- de arbeidsongeschiktheid bedraagt in W meer dan 8% , in VL 3,1%.
- de belastingdruk op arbeid en op vermogen behoort tot de hoogste in de EU en toch worden essentiële kerntaken zoals justitie en defensie verwaarloosd.
- desondanks behoren de overheidsuitgaven tot de hoogste in de EU. De overheidsinvesteringen daarentegen tot de laagste.
- de wettelijke pensioenen behoren tot de laagste in de EU; circa 30 % van de pensioenkost is gebaseerd op niet gewerkte jaren.
- de overheidsschuld bedraagt 550 miljard euro of 109% bbp en werd uitsluitend veroorzaakt door de toestand in W. In NL is dit amper 50%.
- de transfers van VL naar W bedragen 7 miljard euro per jaar. Er zijn nooit omgekeerde transfers geweest.
- het armoedecijfer ligt in W desondanks op 25% , in VL op 11%.
- meer dan 40% van de tewerkstelling in W is aan de overheid. In VL : 30%.
Deze feiten zijn een tikkende tijdbom onder onze toekomst. De Belgische constructie is uitgeleefd, de daarmee gepaard gaande immobiliteit en torenhoge kosten leiden ons naar de financieel-economische afgrond. Het geld is op. We zijn het “Griekenland van het Noorden”.
Moet het dan verbazen dat circa 40% van de Vlamingen in een recente peiling aangeven gewonnen te zijn voor een autonoom Vlaanderen? Alleen wereldvreemde commentatoren begrijpen dit nog niet.
Het Vlaams Manifest van Remi Vermeiren staat volmondig achter het recht op zelfbeschikking en is in die zin de verderzetting van het “Warande“ Manifest uit 2005 dat toen heel wat heibel veroorzaakte maar nooit grondig werd besproken. Dat het VM vandaag heel wat minder commotie brengt heeft niet alleen te maken met de desinteresse van de meeste Vlaamse media die sterk regime gebonden zijn maar ook met het feit dat het Vlaams Nationaal gedachtengoed ondertussen meer en meer wordt aanvaard zelfs in establishment kringen die beginnen vrezen voor nog meer belastingen op kapitaal en op ondernemen en eindelijk beseffen dat de structuren van dit land ook hun belangen schaden. Niet van ganser harte maar node erkennen zij dat diepgaande veranderingen aan de staatsstructuur noodzakelijk zijn.
Wie het VM aandachtig leest zal merken hoe radicaal de aanpak is en hoe ver deze voorstellen gaan in de richting van een democratisch en zelfstandig Vlaanderen. Met die bemerking evenwel dat die zelfstandigheid niet helemaal wordt gerealiseerd, de hervormingen wel redelijk snel kunnen geïmplementeerd worden zonder internationale weerstand én verdere stappen steeds mogelijk blijven . We kunnen niet verder blijven prutsen. De urgentie is groot en zal wellicht pas na de verkiezingen ten volle aan het daglicht komen. Tot dan zal men de kiezer opnieuw willen paaien met sprookjes over extra koopkracht en bijkomende dienstverlening.
Het VM pleit voor een radicale regionalisering, alle bevoegdheden bij de deelstaten met uitzondering van de dan bevroren federale staatsschuld; de EU; de NAVO; defensie en buitenlands beleid. Met verkiezingen enkel nog op deelstaat niveau en met een zeer beperkte federale regering samengesteld uit een afspiegeling van de deelstaat regeringen. Met volledige financiële responsabilisering. Alle inkomsten en uitgaven op deelstaat niveau met een dotatie aan het federale bestel. Elke deelstaat en ook Brussel zijn sociale zekerheid met weliswaar solidariteitsmechanismen gedurende een bepaalde periode gekoppeld aan afspraken en doelstellingen. De bevroren overheidsschulden worden gezamenlijk beheerd en gefinancierd uit BTW en accijnzen van de deelstaten. Het Hoofdstedelijk gewest Brussel krijgt extra bevoegdheden. De ruime inspraak van de deelstaten omtrent onder andere onderwijs en cultuur blijft behouden. In die nieuwe staatsstructuur zullen heel wat heilige huisjes de revue moeten passeren zoals bijvoorbeeld de pensioenen voor niet gewerkte jaren, de sociale uitkeringen boven op het leefloon die werken onaantrekkelijk maken, het unitaire loonbeleid van de achterhaalde “Groep van Tien“ dat geen rekening houdt met de verschillen in productiviteit en eigenlijk arbeid vernietigt, de noodzaak van een aangepaste sociale bescherming voor nieuwkomers.
Een democratisch en zelfstandig Vlaanderen is het beste middel om te werken aan welvaart en welzijn. Naast de hierboven geschetste problemen zijn er nog heel wat uitdagingen die in een democratie alleen aangepakt mogen worden door die partijen en die personen die in de stemhokjes de voorkeur genieten. Denken we maar aan de regeldrift vanuit Europa, aan de Green Deal met zijn onrealistische implementatie waardoor onze industrie wegkwijnt en aan de ongecontroleerde en illegale migratie. Voeg daarbij ook nog de Vlaamse regelgeving en administratie gestuurd door zovele Agentschappen, het moeilijke vergunningsbeleid met het juridische kluwen rond het stikstofdossier, de uitdagingen in het onderwijs met de corporatistische houding van de koepels, een VDAB met zowaar 4.500 medewerkers, een onoverzichtelijk subsidie beleid dat te weinig resultaatgericht is, een uitgaven kadaster dat er na vele jaren eindelijk kwam maar waar weinig mee gebeurt en we beseffen dat er ook in het zelfstandige Vlaanderen veel werk aan de winkel zal zijn. Toch is niet alles kommer en kwel. De Vlaamse slagkracht is er nog steeds. Getuige het recente Technologie en Innovatie event. Getuige de budgettaire toestand die nog redelijk op orde is.
Vlaanderen klaar stomen voor de toekomst is onmogelijk binnen de huidige Belgische context waar de belangrijkste financieel-economische hefbomen nog steeds unitair verankerd zijn en waar elke fundamentele verandering wordt geblokkeerd.
Wat we zelf doen dat doen we inderdaad zelf binnen onze Vlaamse democratische krijtlijnen. Als het niet goed is dan zullen Vlaamse verkiezingen daarover oordelen en andere bestuurders aanduiden.
Op 9 juni lonkt eindelijk de kans op een solide Vlaamse meerderheid die resoluut kiest voor Vlaams zelfbestuur en voor het einde van de huidige Belgische structuren en systemen. De keuze voor zelfstandigheid en responsabilisering is op termijn trouwens ook de beste keuze voor Wallonië.
Niet elke Vlaming is even radicaal. Niet elke Vlaming deelt de Vlaams Nationale visie of de opdrachtverklaring van Pro Flandria die u op onze webstek kunt nalezen en die door al onze leden wordt onderschreven. Velen zien vandaag echter wel in dat de structuren van dit land uitgeleefd zijn en dat grote veranderingen onvermijdelijk zijn. Opnieuw een stilstand van 4 jaren met Vivaldi bis kunnen we missen als kiespijn.
Het gaat nu in eerste instantie over de komende generaties. De toekomst en de welvaart van onze kinderen en kleinkinderen staan op het spel!
Net daarom is het ogenblik aangebroken om de rangen te sluiten, om eendrachtig als Vlamingen naar buiten te treden, om niet langer lijdzaam toe te zien, om de desastreuze systemen in vraag te stellen zonder de mensen zelf te schofferen, om ons fundamenteel geloof in een ware democratie te bevestigen. De drang naar grote leiders die orde op zaken kunnen stellen is begrijpelijk. De geschiedenis heeft ons echter geleerd dat we zo het paard van Troye binnenhalen dat ons leidt naar autocratie, onvrijheid en dictatuur.
DE PRO FLANDRIA ACTIVITEITEN
De vorige Pro Flandria ledenvergadering van 16/3 met Prof. Koenraad Debackere, Voorzitter KBC, werd door onze zeer talrijk opgekomen leden en hun gasten bijzonder gesmaakt! De spreker sprak in bevlogen en beklijvende termen over meritocratie en mediocratie. Over een zorgzame samenleving. Over de noodzaak van technologie, innovatie en ondernemerschap in Vlaanderen. Zijn presentatie vindt u op de PF webstek: www.proflandria.be
Pro Flandria maakt amper een week na de verkiezingen een eerste analyse en dat op de ledenvergadering van zaterdag 15 juni 2024 om 10u in De Jachthoorn te Kontich. En dat doen we met twee experten uit de financieel economische wereld. Pascal Paepen, Prof. KU Leuven en beursexpert en Ivan Van de Cloot, CEO van de Stichting Merito -Vlaanderen in Europa- zullen duiden welke grote financieel economische uitdagingen ons te wachten staan en hoe die moeten worden aangepakt.
Amper een maand na de verkiezingen organiseert Pro Flandria op woensdag 3 juli om 19u in De Jachthoorn te Kontich haar 4e groots publiek colloquium in de aanloop naar 11 Juli. En deze keer gaat de aandacht helemaal naar het politieke spectrum. Gerenommeerde media commentatoren geven in een panel debat hun visie op de politieke toestand na 9/6. Quo vadis Vlaanderen? Hoe maken we de omslag naar een autonoom Vlaanderen? Iedereen is er welkom! Dit colloquium, met medewerking van OVV en VVB, maakt tevens deel uit van de activiteiten rond “Vlaanderen Feest!”
We kijken er naar uit u binnenkort opnieuw te mogen begroeten!
John Dejaeger, voorzitter Pro Flandria.
Een nieuwe staatshervorming is geen tijdsverlies
Quinten Jacobs
Vlaamse politici hangen maar al te graag het beeld op van staatshervormingen als een tijdrovend speeltje van Vlaams-nationalisten en wereldvreemde juristen. Nochtans ligt net daar de sleutel voor de hervormingen die diezelfde politici zo graag willen.
De manier waarop veel Vlaamse politici in de weken voor de federale verkiezingen over een staatshervorming na 2024 spreken, is veelzeggend. ‘Tijdverlies’, zegt premier Alexander De Croo. Open VLD-voorzitter Tom Ongena spreekt van ‘maandenlange blokkering’ en zegt ‘onmiddellijk met grote hervormingen te willen beginnen’.
De kwestie; Politici als Alexander De Croo en Tom Ongena noemen een nieuwe staatshervorming ‘tijdverlies’ en willen na de verkiezingen liever meteen grote hervormingen aanvatten.
De conclusie: Staatshervormingen lossen communautaire conflicten op. Zo wordt op zijn minst één politieke breuklijn gepacificeerd.
Nog los van het feit dat dat weinig geloofwaardig is van een partij die al een kwarteeuw ononderbroken in de federale regering zit en die regering de voorbije jaren zelfs leidde zonder die zogenaamde ‘grote hervormingen’ door te voeren, is de suggestie dat een staatshervorming tijdverlies is fout. Een staatshervorming drijft de communautaire conflicten niet op de spits.
Uit het recente doctoraat van onderzoeker Maxime Vandenberghe (UGent) blijkt dat de voorbije zes staatshervormingen de spanningen tussen Vlaamse en Franstalige partijen niet hebben opgepookt, maar dat ze tot een daling van het aantal communautaire conflicten hebben geleid. Door bevoegdheden waarover tussen Vlaamse en Franstalige partijen structureel onenigheid bestond over te dragen aan de deelstaten werd de federale regering van een hoofdpijndossier verlost en konden de dossiers in kwestie, zoals de kinderbijslag, op deelstatelijk niveau worden hervormd.
Ondanks het voortdurende geklaag over de complexiteit en de starheid van de Belgische staatsstructuur kan niet worden ontkend dat staatshervormingen een belangrijke belofte inlossen: de pacificatie van de communautaire breuklijn. Dat bewijst ook de juridische praktijk. De jongste jaren gaat nog geen 10 procent van de rechtszaken bij het Grondwettelijk Hof over de bevoegdheidsverdeling tussen de deelstaten en de federale overheid. Het aantal vernietigingsberoepen dat de ene overheid tegen de andere instelt, is op één hand te tellen. Staatshervormingen zijn met andere woorden niet de oorzaak van communautaire conflicten, maar de oplossing ervoor. En dus geen tijdverlies.
Misschien zit het tijdverlies eerder in de stoere uitspraken van Vlaamse politici dat de volgende federale regering deze keer wel grote hervormingen zal doen.
Misschien zit het tijdverlies eerder in de stoere uitspraken van Vlaamse politici dat de volgende federale regering deze keer wel grote hervormingen zal doen. De Vlaamse politieke partijen worden in die zin om de vijf jaar opnieuw geboren. Na afloop van een regering die zelf toegeeft niet structureel te hebben hervormd, zeggen alle regeringspartijen unisono dat dat na de verkiezingen met dezelfde partijen plots wel zal lukken en dat er dan echt geen tijd is voor een staatshervorming. Dat proces herhaalt zich om de vijf jaar, zonder grote hervormingen en zonder staatshervorming.
De Communautarisering van de gezondheidszorg.
Vlaams Artsen Verbond
Breng de keuzes van gezondheidszorg dichter bij de burger waardoor die nauwer aansluit bij de keuzes die Vlaanderen als Gemeenschap maakt.
De argumenten om het beleid en de financiering van de gezondheidszorg toe te wijzen aan de Gemeenschappen zijn:
- De verschillen tussen Vlaanderen en Franstalig België in het gezondheidsbeleid: de onevenwichtige uitbouw van het ziekenhuislandschap, de verschillende benadering van gezondheidszorg zoals aangetoond via de uitgavenprofielen, de performantieverschillen met betrekking tot doeltreffendheid van zorg, veiligheid van zorg en zorgcontinuiteit en de verschillen in de benadering van de brede gezondheidspolitiek (preventieve geneeskunde). Het is opvallend dat er niet alleen accentverschillen maar ook performantieverschillen zijn tussen Noord en Zuid. In Wallonië en Brussel is zowel de sterfte vermijdbaar door primaire preventie als de sterfte vermijdbaar door betere organisatie van de gezondheidszorg (secundaire preventie en behandeling) beduidend hoger dan in Vlaanderen. Ook in Europese vergelijking scoren Wallonië en Brussel zwak.
- Wegens de financiële uitdagingen en de budgettaire beperkingen zal een efficiëntere organisatie van de gezondheidszorg noodzakelijk zijn. De verdeling van bevoegdheden, de fragmentatie van zorg en preventie, de trage overleg- en beslissingsprocessen en de tekorten aan zorgverleners dienen uitdrukkelijk vermeld te worden. Welzijnsbeleid en Gezondheidsbeleid onder één beheer brengen is in deze essentieel. Ook de kostenevolutie en de vergrijzing vormen een toenemend probleem. Het gezondheidszorgbudget zal steeds meer onder druk komen door de evolutie van de medische technologie en nieuwe farmaceutische producten. Door de druk op het gezondheidszorgbudget dreigt de solidaire toegankelijkheid problematisch te worden. Meer efficiëntie zal dus ook noodzakelijk zijn om een solidair systeem te behouden. Nu reeds zijn bijna een kwart van de uitgaven “out-of-pocket” betalingen hetgeen de solidariteit onder druk zet.
- Het VAV onderlijnt in het licht van deze financiële uitdagingen de noodzaak tot responsabilisering. Het VAV wijst er bovendien op dat de lage tewerkstellingsgraad in Wallonië de voornaamste oorzaak van de Vlaams-Waalse geldtransfers is, analyse die ook door sommige Franstalige studiegroepen bevestigd wordt.
Na de zesde staatshervorming bleef de financiering van de gezondheidszorg grotendeels op federaal niveau en werden de overgehevelde bevoegdheden gefinancierd met federale dotaties. Gezien de uitdagingen voor de toekomst, zowel in de gezondheidszorg als in de andere sectoren van de sociale zekerheid, gezien de duidelijke cultuurverschillen, gezien de vastgestelde performantieverschillen en gezien de precaire begrotingssituatie is het logisch naar een financieringsysteem te evolueren dat toelaat in de gezondheidszorg zowel performantie als kwaliteit te ondersteunen. Een gesplitste financiering van de gezondheidszorg biedt mogelijkheden en hoeft geen verlies van solidariteit te betekenen. Wel belangrijk is dat solidariteit op een transparante manier georganiseerd wordt en een tijdsdefinitie heeft. Enkel op die manier kan een maatschappelijk draagvlak bewaard blijven.
Er bestaat internationaal heel wat ervaring met decentrale organisatiemodellen. De stelling is dan ook dat een decentraal gedefiniëerde gezondheidszorg uitgewerkt kan worden en dat onderhandelde solidariteit als een hefboom kan dienen om het geheel van de gezondheidszorg efficiënter te maken waarbij de solidariteit kan behouden blijven.
Een decentrale financiering wordt voorgesteld waarbij de reële bijdragen van elke Gemeenschap aan het Gezondheidszorgbudget toegewezen worden aan die Gemeenschap, aangevuld met onderhandelde solidariteit binnen een afgesproken tijdskader. Bepalen tot welke Gemeenschap iemand behoort kan gebeuren op basis van de woonplaats. In Brussel kan dit op basis van de gemeenschapskeuze via de inschrijving in het ziekenfonds. Zo worden de niet-transparante transfers vervangen door een aangepast solidariteitsmechanisme dat toelaat minder performante regio’s te activeren. Deze solidariteit heeft een voorwaardelijk aspect en wordt transparant
georganiseerd. Om een wettelijke basis voor deze splitsing te realiseren volstaat het om de “uitzonderingen” zoals bepaald in de Bijzondere Wet tot hervorming van de instellingen van 8 augustus 1980 aan te passen.