Vlaanderen in de Franstalige media: door een Waalse bril bekeken

Joost Michiels

Het veruit meest populaire Franstalig Brussels weekblad van de jaren zestig droeg de merkwaardige naam’ Pourquoi pas?’. Het viel voornamelijk op door zijn nooit aflatende haat en minachting voor al wat Vlaams was. Het deinsde voor geen enkele leugen terug om Vlaanderen zo zwart mogelijk af te schilderen en beschikte op dat vlak over een onuitputtelijke fantasie.
Zo vertelde het ooit aan zijn lezers dat de Antwerpenaars die aan Vlaamse demonstraties deelnamen (er werd in die tijd nogal wat betoogd) voor dat ze vertrokken eerst een “krachtvleesschotel“ gingen eten in het Thierbrauhof op de Groenplaats. Dit etablissement was een soort grote brasserie die weliswaar geen Vlaams huis was maar waarvan de zalen vaak door Vlaamsgezinde verenigingen werd gebruikt. Die “krachtvleesschotel” werd volgens de journalist van de ’Pourquoi pas?‘ samengesteld op basis van een recept van niemand minder dan Joseph Goebbels wat liet veronderstellen dat het verorberen ervan bedoeld was om die flaminganten nog fanatieker te maken. Bij nader inzien zou blijken dat “den Thier” wel degelijk op zijn spijskaart een krachtvleesschotel had staan, maar dat dit gewoon een andere naam was voor wat in Vlaanderen doorgaans een koude schotel wordt genoemd. Een hilarisch verhaal zult u als nuchtere Vlaming denken maar Franstaligen trappen daar maar al te graag in. Dat was toen zo en het is nog altijd het geval. De Franstalige media kunnen zich immers nog steeds veroorloven fantastische indianenverhalen over de Vlamingen te brengen omdat ze weten dat hun publiek er zonder enig voorbehoud geloof zal aan hechten. Halve leugens vertellen of zelfs flagrant liegen schrikt hen dan ook niet af.
Enkele recente voorbeelden van deze manier van informeren wil ik u niet onthouden!
Een vergetelheid die goed van pas komt. Toen eind vorig jaar de discussies binnen de regering omtrent de begroting maar bleven aanslepen, verklaarde volksvertegenwoordiger Hendrik Bogaert dat dit te wijten was aan de Franstalige invloed die in de regering te zwaar zou doorwegen. Le Soir was natuurlijk in zijn wiek geschoten en reageerde door te stellen dat het hier om een “reductio ad francofonum” ging naar analogie met de “reductio ad Hitlerum” de gekende methode om tegenstanders tijdens een discussie plat te slaan. De krant vroeg zich hierbij af waar Bogaert het lef haalde om zo iets te beweren van een regering waarin de Franstaligen slechts een kleine minderheid vormen. Dit is niet alleen onwaar maar bovendien ook onmogelijk aangezien de grondwet voorziet dat de federale regering steeds paritair tussen Walen en Vlamingen moet worden samengesteld. Maar dit laatste werd pour les besoins de la cause door Le Soir gewoon eventjes vergeten. Zo dat het lijkt dat die verdomde Vlamingen de schuld voor de door hen gemaakte fouten steeds weer in de schoenen van de Franstaligen proberen te schuiven.

Molenbeek: een Vlaams paard van Troje! Tijdens de jaarwisseling kwam Le Soir er plots achter dat 20% van de schoolgaande jeugd van Molenbeek in Nederlandstalige onderwijsinstellingen les volgt en dat deze laatsten zelfs met een ernstig plaatsgebrek te kampen hebben. Daar dit cijfer een behoorlijk pak hoger ligt dan het veronderstelde percentage Vlamingen die in die Brusselse gemeente wonen, meent deze rabiaat Franstalige krant hierin het begin van een hervervlaamsing van Brussel te zien en wil hij dan ook te weten komen wat hier achter zit.
In Vlaanderen weet iedereen al lang dat de oorzaak van die overbevolking in de Vlaamse scholen in Brussel vooral te wijten is aan het feit dat nogal wat Franstaligen die scholen verkiezen omdat hun eigen onderwijs nu eenmaal een bedenkelijke reputatie heeft of omdat ze beseffen dat tweetaligheid een bijzonder troef vormt voor de toekomst van hun kroost en dat ze weten dat het Vlaams onderwijs op dat vlak veel meer garanties biedt. Dit voorbeeld wordt overigens ook door een aantal migranten gevolgd.
Het resultaat van een en ander is dat in heel wat van deze instellingen de leerlingen met het Nederlands als thuistaal slechts in de minderheid zijn en dat het meer dan eens voorkomt dat ze bij gebrek aan plaats Vlaamse kinderen moeten weigeren.

Maar dit is allemaal niet aan Le Soir besteed. Een redacteur van die krant die beweert de zaak te hebben onderzocht, kwam immers tot de conclusie dat Vlaamse cultuursubsidies heel wat Vlaamse artistieke initiatieven naar de zogenaamde kanaalzone van Molenbeek hebben gelokt (een theater, kunstgalerijen, een dansgezelschap etc.) en dit zou er dan voor gezorgd hebben dat nog andere kunstenaars zich in die wijk zijn komen vestigen. Wat dan weer een soort economische katalysator heeft doen ontstaan waardoor meer en meer Vlaamse handelszaken en bedrijfjes in de buurt aan het werk zijn gegaan. Dit heeft dan weer de buurt als woonomgeving voor Vlamingen aantrekkelijker gemaakt met daarbij nog de bonus dat het wonen in die wijk veel goedkoper uitvalt dan in de Dansaertstraat aan de andere kant van het kanaal naar Charleroi (een buurt die als nogal Nederlandstalig bekend staat) Kortom het succes van het Nederlandstalig onderwijs in de meest beruchte gemeente van de Brusselse agglomeratie is volgens Le Soir het resultaat van het samenspannen van Vlaamse beleidsinstellingen met de Vlaamse zakenmiddens en met als de nochtans als progressief bekend staande Vlaamse culturo’s. Deze laatste zullen wel geschrokken zijn, toen ze vernamen dat ze er van verdacht worden deel uit te maken van een flamingantisch complot.
Leuven Vlaams: nog steeds een open wonde! Het was in januari exact vijftig jaar geleden dat de definitieve strijd voor de volledige vervlaamsing van de universiteit van Leuven van start ging. De onmiddellijke aanleiding was een manifest dat uitging van Acapsul, de vereniging van de Franstalige academici van de universiteit. Het sprak zich niet alleen tegen Leuven Vlaams uit. Er werd ook in gepleit voor het ontstaan van een grote tweetalige driehoek tussen Leuven, Waver en Brussel die “le très grand Bruxelles de l’avenir” werd genoemd. Dit volstond om opnieuw de verontwaardiging te doen oplaaien die in mei ‘66 al was ontstaan n.a.v. een mandement van de Belgische bisschoppen waarin te lezen stond dat de universiteit nooit zou gesplitst worden. De studenten van alle Vlaamse universitaire instellingen gingen onmiddellijk in staking. Dit voorbeeld werd gevolgd door de leerlingen van de hogere cyclus van de meeste middelbare scholen. Er vonden niet alleen in Leuven elke avond betogingen plaats die “avondwandelingen” werden genoemd. Heel wat andere Vlaamse steden zagen zich ook regelmatig met straatprotest geconfronteerd. Kortom de agitatie verspreidde zich als een lopend vuurtje over gans Vlaanderen.

Dit resulteerde uiteindelijk in de val van de regering en in de beslissing om de Leuvense universiteit te splitsen en de Franstalige afdeling naar Wallonië te doen verhuizen. Voor de Vlamingen was de buit binnen. Bij de Walen werd dit echter als een zware nederlaag ervaren en die is nog steeds niet verteerd. Om aan hun verbittering wat consistentie te geven halen ze er dan steeds weer de slogan “Walen buiten” bij waar dan telkens de woorden “de sinistre mémoire” aan toegevoegd worden. In feite is die slogan ontstaan omdat hij kon gezongen worden op de melodie van de sirenes van de rijkswachtvoertuigen die elke avond door Leuven raasden om de ‘avondwandelingen’ uiteen te drijven die telkens weer na tien uur op verschillende plaatsen tegelijkertijd ontstonden en zich ontbonden zodra er te veel politie kwam opdagen om dan plots ergens anders weer op te duiken. Kortom een kat en muisspel in het kwadraat. Ondertussen trokken Vlaamse studenten naar Wallonië om er aan fabrieken en bedrijven in het Frans opgestelde pamfletten uit te delen waarin zij het politieke doel van hun protest uitlegden. Maar hier maakte de Franstalige pers toen nooit gewag van en dat deed ze ook niet in de talrijke artikels die ze in januari van dit jaar aan de vijftigste verjaardag van de Leuven revolte heeft gewijd. Er werd wel voor gezorgd dat het “Walen buiten” bleef nazinderen. Jammer genoeg krijgen de Franstalige kranten hiervoor de volle steun van Vlaamse progressieve figuren zoals een Pol Goossens die in De Standaard beweert dat deze slogan de gemoderniseerde Vlaamse versie van het “Juden raus” is geweest, terwijl hij zelf destijds een van de kopstukken van de strijd voor Leuven Vlaams was.
Maar er is erger. Le Soir die zich zeker niet gehinderd voelt door enige ernstige historische kennis (de krant situeert de eerste Leuven revolte in ‘67 terwijl die zich in mei ‘66 voordeed) kon het weer niet laten om de Vlamingen zo zwart mogelijk af te schilderen en deinsde er dan ook niet voor terug om hiervoor de grofste en platste leugens te gebruiken. Zo vertelde de krant meermaals aan zijn lezers dat de VMO in die jaren regelmatig met gestrekte arm door Leuven opmarcheerde. Niet alleen is dit gewoon niet waar maar het is ook zo dat niemand tot hiertoe iets van die aard vermeld had. M.a.w. het gaat hier om een verhaaltje dat 50 jaar na datum werd gefantaseerd. Het probleem is echter dat vermits geen enkele instantie de moeite doet om Le Soir tegen te spreken, het risico bestaat dat binnen afzienbare tijd in geschiedenisboeken te lezen zal zijn dat Leuven vervlaamst werd door mannen die regelmatig de Hitlergroet brachten.

Schietschijf Theo Francken! Heel wat bronnen maken regelmatig gewag van de populariteit waarvan Bart De Wever, Jan Jambon en Theo Francken in het Franstalig landsgedeelte genieten. Iets dat bijzonder merkwaardig is wanneer men bedenkt dat het om kopstukken gaat van een partij die zich op het Vlaams nationalisme beroept. Le Soir die hier zeker niet gelukkig mee is, heeft er het fijne willen van weten door hieromtrent een opiniepeiling te bestellen. De krant zal wel ontgoocheld geweest zijn door het resultaat want het bevestigt dat heel wat Walen het zouden zien zitten om voor die boegbeelden van de N-VA te stemmen. Nieuw is wel dat de peiling aantoont dat de N-VA kiezers van alle Waalse partijen (uitgezonderd Ecolo) zou kunnen aantrekken maar vooral van de liberale MR, wat niet onlogisch is, en in tweede instantie van de PTB ( PVDA) wat toch minder in de lijn der verwachtingen ligt. Voor Le Soir, die tenslotte nog steeds een ouderwetse franskiljonse gazet is, valt dit moeilijk te verteren. Sinds de verschijning van die peiling is de krant dan ook aan een ware kruistocht tegen de N-VA begonnen.

Vooral Theo Francken wordt hierbij geviseerd; al wat de staatssecretaris zegt of doet wordt met de grond gelijk gemaakt. Wie zich tegen hem keert kan er op rekenen dat hij ruim in de krant aan bod zal komen. Zo werd heel wat aandacht gewijd aan een stellingname van een zekere loge Le Chaos waar tot dan toe nog nooit iemand wat van gehoord had. Deze plaatselijke loge die aangesloten is bij de zeer linkse obediëntie Le Droit Humain, waar o.m. Pol Goossens lid van is, heeft namelijk een brief geschreven naar al de ‘broeders en zusters’ die in het parlement zetelen om hen te vragen zich met hand en tand te verzetten tegen de wetswijziging die het moet mogelijk maken illegalen in een privé woning te arresteren. Alle andere loges hebben een kopie van dat schrijven ontvangen maar hebben er zich niet bij aangesloten. Dit zou, denkt u dan, de inpakt van het initiatief fel kunnen verminderen. Geen nood Le Soir heeft dit aan zijn lezers uitgelegd door hen te vertellen dat die loges tot hier toe een afwachtende houding hebben aangenomen maar dat ze de evolutie van de zaak scherp in het oog houden…
Le Soir heeft ook een speciale woordenschat ontwikkeld om over de problematiek van de illegalen te schrijven. De organisaties die zich tegen hun arrestaties verzetten worden niet langer als politieke actiegroepen aangeduid, maar worden nu “mouvement citoyen” genoemd, burgerbeweging dus, wat tegelijkertijd neutraler en breder klinkt. Wie illegalen in huis neemt wordt beschouwd als deel uitmakend van “l’armée des ombres” (1969) naar een film over de Franse weerstand van Jean-Pierre Melville met o.m. Lino Ventura. Om de sfeer van WO II te vervolledigen worden de politieacties m.b.t. de aanwezigheid van illegalen in de buurt van het Brussel-Noord “des raffles” genoemd. Het woord dat in Frankrijk gebruikt wordt voor de massa-arrestaties van Joden tijdens de Duitse bezetting. Moet er nog zand zijn !