Een België met vier

Was het maar zo eenvoudig

Verslag van de spreekbeurt van Marc Deweerdt door Dirk Laeremans

Er staat mogelijk in 2024 weer een staatshervorming op de agenda. Voor sommigen iets om naar uit te kijken, voor de meeste burgers van dit land een onbegrijpelijke discussie over centen en bevoegdheden.

Weinig mensen in Vlaanderen zijn zo beslagen in de geschiedenis van de Belgische staatshervormingen als journalist en Doorbraak-auteur Mark Deweerdt. Als student en redacteur van de Winkler Prins Encyclopedie, De Standaard en De Tijd volgde hij vanaf 1970 de discussies tussen Vlamingen en Franstaligen.  Die hebben uiteindelijk in verschillende stappen geleid tot waar we staan na zes staatshervormingen: een spaghetti van bevoegdheden (is “koterij” een goed Nederlands woord?) waar de logica soms ver te zoeken is.

Voor een ochtend bij Pro Flandria, een Vlaams ondernemersnetwerk, gaf Deweerdt een overzicht van alle stappen die geleid hebben tot wat allicht het wereldrecord “complexiteit in staatsbestuur” kan genoemd worden. En over de idee om het eens met vier te gaan proberen.

Geen sprookje

Mark Deweerdt kan over de staatshervormingen vertellen zoals grootmoeder over de boze wolf. Alleen is dit verhaal geen sprookje en zeker geen happy end. Het is meer een komedie waarin twee totaal verschillende persoonlijkheden proberen onder hetzelfde dak te leven, terwijl ze alsmaar ingewikkelder afspraken maken.

Bij elke aflevering zit er een politieke logica in de gemaakte afspraken, maar elke kijker ziet het abominabele resultaat en denkt “oh neen”. En dan komt de “cliff hanger”: iedereen beseft dat het bouwwerk een miskleun is, en wacht op de volgende aflevering hoe ze dat nu weer gaan oplossen… En dan begint een volgende aflevering…

Twee, drie of vier

Doorheen het verhaal loopt de rode draad van het conflict tussen twee gemeenschappen over geld, macht en culturele dominantie. En hoe de twee gemeenschappen ook altijd verder uit mekaar weggroeien en dan maar ideeën bedenken hoe de structuur “opgelapt” kan worden om niet helemaal te zinken. Tot grote frustratie van zowat iedereen.

Gaandeweg komen er ook twee nieuwe spelers op het toneel om het allemaal nog wat ingewikkelder te maken: de Duitstalige gemeenschap van 78.000 zielen krijgt gaandeweg meer en meer bevoegdheden. Brussel vervelt over de jaren van agglomeratie tot gewest.

België krijgt daardoor een structuur met ongelijke gewesten en ongelijke gemeenschappen, met niet minder dan negen regeringen: van een uitgeklede Belgische Regering tot een Brusselse “Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie” waarvan niemand echt weet waarvoor ze nu precies bevoegd is. En natuurlijk een kamer vol ministers van gezondheid of klimaat als er overlegd moet worden.

Federalisme met vier?

En dan komt het simpele idee op tafel voor aflevering 7: waarom het land niet gewoon simpelweg opdelen in vier gebieden? Weg met gewesten en gemeenschappen. Gewoon vier evenwaardige gebieden en een federaal niveau dat de rest van de bevoegdheden uitoefent.

Het invloedrijke Institut Jules Destrée, een Waals-militante denktank, ziet er dé oplossing in en publiceerde er onlangs nog een voorstel over.

Dat is ook de PS niet ontgaan. Want ook Paul Magnette liet al verstaan – als er dan al moet hervormd worden – dat hij het idee “met vier” helemaal niet ongenegen is. Grote opkuis in de structuren. En ook in Vlaanderen gaan – vooral in Belgicistische kringen – een aantal stemmen op dat het federalisme met vier eigenlijk nog zo geen gek idee is.

Gemakkelijk

Alas, was het maar zo gemakkelijk. Want wie die redenering zuiver doortrekt komt alras tot een heleboel onaangename vaststellingen. En die leiden dan weer tot “aanpassingen” en “uitzonderingen” die uiteindelijk het hele idee weer ingewikkelder maken dan waar we van vertokken.

Mark Deweerdt ziet alvast vijf grote problemen.

Ongelijkheid van de deelstaten. Oost-België is 78.000 inwoners groot. Vlaanderen 6,7 miljoen. En beiden krijgen dezelfde bevoegdheden. Gaat men in Oost-België een ministerie oprichten om een paar kilometer E42-snelweg te beheren? Als het over efficiënt besturen gaat, is dat misschien niet de beste oplossing.  

Grendels. Vandaag is het Belgisch niveau vergeven van de grendels. Die komen de facto neer op een vetorecht voor de Franstaligen voor zowat alles wat belangrijk is. De Vlaamse meerderheid wordt door de huidige structuren vakkundig geëlimineerd. Gaat men die grendels dan op federaal niveau uitbreiden zodat ook Brussel en de Duitstaligen een de facto vetorecht krijgen op alles? Evenveel Duitstalige als Vlaamse ministers? Of laten de Franstaligen al hun beschermende grendels vallen en wordt elke federale Belg evenveel waard?

Federale instellingen. En wat met het bestuur van de federale instellingen die op de dualiteit gebaseerd zijn en waar nu dikwijls een pariteit bestaat? Het parlement, het Grondwettelijk Hof, de Raad van State, het Europees parlement, het Rekenhof. Gaan we daar plaats maken voor vier? En dus een permanente minderheid voor Vlaanderen?

Financieel Brussel. De Brusselse structuur kan financieel niet op eigen benen staan. Dat kan het nu al niet, ondanks meer dan 1 miljard federale steun. Brussel wil een deel van inkomstenbelastingen op basis van de werkplaats en niet van de woonplaats innen. Dat bestaat in geen enkel federaal land en is voor Vlaanderen volstrekt onaanvaardbaar.

Brusselse radio en TV? In Brussel behoren vandaag vele instellingen tot de Vlaamse of Franse gemeenschap. Openbare omroep, scholen, ziekenhuizen. Die moeten we daar dan allemaal afschaffen. Brussel moet ze opnieuw oprichten en financieren. Voor de Vlamingen in Brussel is dat misschien niet direct een prettig vooruitzicht. En ook Magnette liet al weten dat “er cultureel een band moet blijven tussen Brussel en Wallonië”.

Doodgeboren

Het vierstatenmodel staat dus haaks op de systemische tweedeling van België.  Er is dus maar één conclusie: opdoeken dat federalisme met vier.

In de plaats stelt Deweerdt een tweeledig systeem voor: Vlaanderen en “Wallobrux”, twee sterke deelstaten met maximale bevoegdheden. De 19 gemeenten worden een Brussel stadsgewest, bevoegd voor plaatsgebonden aangelegenheden. Voor cultuur en persoonsgebonden aangelegenheden moeten Brusselaars kiezen voor welk systeem ze opteren: dat van Vlaanderen of dat van Wallobrux, een systeem zoals dat  succesvol door het christelijk ziekenfonds CM werd geïmplementeerd. Dat vervelde in 2022 van 19 naar twee (geen drie en geen vier) organisaties: “CM Vlaanderen” en “La CM”. Brusselaars moeten kiezen.

En wat de Duitstalige Gemeenschap betreft: zouden we dat taalgebied niet kunnen teruggeven aan Duitsland?

Een dergelijk tweedelig systeem zou dan alvast betekenen dat we bijvoorbeeld van acht naar drie ministers van volksgezondheid gaan. Alvast een hele verbetering.

2024

Wallonië en Brussel zien ondertussen in een nieuwe staatshervorming alleen maar “financiële verslechtering” en het mogelijk einde van de miljardenstromen. Waarom zouden ze daaraan meewerken? Vlaanderen is ondertussen 50/50 verdeeld tussen partijen die expliciet het land willen splitsen en partijen die dat expliciet niet willen.

Volgens de opiniepeilingen houdt Vivaldi – waar de ambitie om te sleutelen eerder beperkt is –  ondertussen een comfortabele meerderheid, ook na 2024. Bij gebrek aan alternatief kan België eigenlijk gewoon verder op Vivaldiaanse wijze. Of men kan er desnoods Les Engagés en de PTB nog bijnemen. Ook zij hebben terzake weinig ambitie.

De kans is dus groot dat ons feuilleton de uitgave 2024 overslaat en dat we dus minstens tot 2029 verder moeten met de huidige spaghetti-structuur. Tenzij de kiezers of de financiële markten daar natuurlijk anders over beslissen….